Transgender zijn zegt niets over je seksuele voorkeur. Het gebeurt vaak dat de seksuele voorkeur verandert na de transitie. Dit komt doordat je je kunt ontwikkelen als het geslacht dat jij je altijd al voelde.
Als je al een partner had vóór de transitie kan de transitie de relatie op zijn kop zetten. De seksuele voorkeur van de transgenderpersoon en van de partner gaan een grote rol spelen.
Transitie heeft een grote invloed op de seksualiteitsbeleving.
Voor de transitie kan je seks als onprettig ervaren omdat je onzekerheid of onvrede voelt bij je eigen lichaam.
Seks na de operatie kan als een opluchting voelen. Tevredenheid met je eigen lichaam heeft een positieve invloed op hoe seks voelt. Meestal moet je na de operatie een tijdje wennen. Het lichaam en seks moeten opnieuw ontdekt worden.
Soms kan je helaas met seksueel geweld te maken krijgen. Als dit je is overkomen is het belangrijk dat je hulp zoekt. Je kunt kijken op de site van centrum seksueel geweld of bellen naar 0800-0188. Deze mensen zijn deskundigen die je hierbij kunnen helpen.
Als je sekswerk doet, is het belangrijk om veilig seks te hebben. Sekswerk verhoogt namelijk de kans op HIV. Er zijn meer transpersonen die in de seksindustrie werken. Dit weten we uit onderzoek.
Heb je weinig of geen interesse in seks met een ander? Dan ben je misschien aseksueel. Aseksualiteit is dan onderdeel van je identiteit. Je voelt je weinig of niet seksueel opgewonden door anderen. Je kunt misschien wel lichamelijk opwinding voelen. Aseksualiteit kun je op verschillende manieren beleven.
Je kan ook geen romantische gevoelens voor anderen hebben. Dat wordt ook wel aromantisch genoemd. Dit kun je ook op verschillende manieren beleven.
Een project in samenwerking met Gemeente Nijmegen, Dito, COC Nijmegen en studenten van de Radboud Universiteit.
Met <3 gemaakt door DuckDesigns & DuckImpact